SEMSLINIE KUNSTLIJN
In Eexterveenschekanaal ligt in een parkachtig bosje vlak bij de sluis,
tussen de Semsstraat en de Kielsterachterweg, het kunstwerk ‘boog’ van de
kunstenaar Adriaan Rees. Boog ligt bijna bovenop de Semslinie, nog net in
Drenthe. Adriaan Rees raakte tijdens het ontwerp van zijn beeld meer en meer
door de plek geboeid. Vooral de nabije lig ging van het kanaal met de oude
schutsluis en zijn fraaie vorm spraken hem aan. Wat ook gold voor de wijde blik
over de veenkoloniale akkers met aan de horizon de bebouwing van Wildervank en
Veendam. De veelheid aan impressies heeft een plaats gekregen in het kunstwerk
van Rees. Eigenlijk heeft hij een reconstructieplan ge maakt voor de plek, die
sterk gedomineerd wordt door het bosje. Rees vond het parkbeeld dat het bosje
kennelijk moest oproepen saai en nogal in zichzelf gekeerd. Zijn idee was om
zijn opdracht te gebruiken om met een kunstwerk uitdrukking te geven aan dat wat
hem in de plek zo aanspreekt en tegelijk het bosje op te knappen. Het resultaat
is een sterk samengesteld beeld, dat bestaat uit wijzigingen in de vorm en het
beplantingssortiment van het bosje en door Rees toegevoegde kunstzinnige
elementen, zoals een blauwe keramische monumentale boog en een daar doorheen
lopende catwalk van hout. De boog symboliseert als een gestolde beweging in
meerdere betekenissen het element water. Als boog opent het een verbinding. De
verbinding met het vlakbij gelegen water. Het verwijst ook naar de beweging van
het water in de sluis: Van laag naar hoog naar laag. De poortfunctie van de boog
wordt verduidelijkt door de beloopbaarheid van de catwalk die de grens
symboliseert. De grens wordt zo visueel en beloopbaar en door de uitvoering in
hout ook nog eens hoorbaar. Rees zegt hier verder over: “Het pad begint en
eindigt plotseling, om aan te geven dat het slechts een fragment is van de
totale Semslinie. Het suggereert de ‘oneindigheid’ van de grens. Het strakke
houten pad ligt als een loper in het landschap”. De grens moet genomen worden.
Je moet er kunnen para deren en flaneren, zien en gezien worden. De grens als
ontmoetingsplek. Langs de zuidzijde van de catwalk is gras ingezaaid, zodat je
op de houten rand in de zon kunt zitten. Langs de noordzijde is over de hele
lengte een brede strook vrij gehouden waarin schoolkinderen jaarlijks een
kleurrijk zaadmengsel van één- en tweejarige bloemen kunnen inzaaien. Verder
zijn ter weerszijden van de boog zes Japanse kersen geplant, die in het voorjaar
kort maar hevig felroze bloesem dragen. Het kunstwerk zal zich duidelijker tonen
als de strook in bloei staat en de bomen groter zijn. Het beeld is dus nog in de
groei.
|
|